Digitaalvaardig in de zorg

Gehandicaptenzorg

‘Digitale landschap in de zorg moet simpeler’

Christiaan van Driel

Christiaan van Driel schreef zijn tweede afstudeerscriptie over de knelpunten van digitalisering in de ouderenzorg. Hij verwachtte dat gebrek aan digitale vaardigheden het grootste knelpunt zou zijn. Maar de uitkomst van zijn onderzoek was anders dan hij had verwacht: het probleem ligt evenveel bij de ingewikkelde ICT-infrastructuur.

Van Driel werkte al ruim 20 jaar als zorgbegeleider en zag de laatste jaren de zorg veel digitaler worden. Maar digitalisering gaat lang niet altijd goed, Van Driel merkte veel problemen op de werkvloer.

“Er wordt bijna altijd van bovenaf besloten welke innovaties er worden doorgevoerd. Maar vaak vragen de zorgverleners daar helemaal niet om. Voorbeelden hiervan zijn softwarepakketten zoals bedrijfsportalen, programma’s voor bestellingen en kwaliteitssystemen. Belangrijk voor de organisatie, maar vaak niet heel gebruiksvriendelijk en niet altijd goed op elkaar afgestemd. Daarnaast bieden deze systemen vooral oplossingen voor het administratieproces en niet zozeer voor het zorgproces. Het gevolg is dat medewerkers met systemen moeten werken die vaak te ingewikkeld zijn en niet aansluiten op hun behoeften. Het kost hen juist tijd, in plaats van dat het tijd oplevert. Ik was altijd al geïnteresseerd in digitalisering en besloot dat ik mij met deze problemen wilde gaan bemoeien.”

Daarom begon hij in 2015 aan een ambitieus plan: het tegelijkertijd volgen van twee hbo-studies om daarna een brugfunctie te kunnen vervullen tussen IT en de zorgwereld. Maar het lukte. Hij combineerde de studie Business, IT & Management met Sociaalpedagogische hulpverlening en schreef zijn eerste scriptie over eHealth-compliance en de tweede over digitalisering in de ouderenzorg.

Digitalisering hard nodig
Het onderwerp digitalisering ligt hem na aan het hart omdat hij ziet dat digitalisering hard nodig is: “De demografische uitdaging is heel erg groot in de zorg. De verwachting is dat er de komende jaren een sterke groei in zorgvragers zal plaatsvinden, terwijl het aantal beschikbare zorgverleners afneemt. Digitalisering kan ervoor zorgen dat we met minder mensen meer cliënten kunnen helpen.”

Zijn afstudeeronderzoek was in eerste instantie vooral gericht op de digitale vaardigheden van zorgverleners binnen de ouderenzorg: “Ik was verbaasd dat we wel allerlei competenties hebben op het gebied van verpleegkundige handelingen of gespreksvaardigheden, maar niet voor digitale hulpmiddelen. Nergens staat beschreven wat zorgverleners op dat gebied moeten kunnen, terwijl onze belangrijkste instrumenten zoals het elektronisch cliëntdossier (ECD) al wel zijn gedigitaliseerd. En vervolgens vinden we het gek dat ze niet goed in staat zijn om met die middelen te werken.”

Een goede visie ontbreekt
Maar al gauw kwam Van Driel erachter dat het probleem niet alleen ligt bij het gebrek aan digitale vaardigheden van zorgverleners. “Na gesprekken met zorgmedewerkers bleek dat het IT-landschap onvoldoende aansluit bij de behoeften van de zorgprofessional. Er zijn allerlei systemen gebouwd die vooral voldoen aan de wensen van ‘de administratieve organisatie’. Hierdoor is het onnodig ingewikkeld geworden. Ook al ben je super digivaardig, dan nog is het heel moeilijk om met al die verschillende systemen om te gaan. Laat staan als je wat minder digivaardig bent.”

Het digitale landschap moet dus worden versimpeld voor gebruikers, zo staat ook beschreven in zijn scriptie: “Het gaat dan vooral om minder verschillende applicaties voor dezelfde functies, minder wachtwoorden en standaardisering van lay-out. Neem bij de keuze voor applicaties de praktijk van de hulpverlener als uitganspunt en wees kritisch over de manier waarop de applicatie past in de keten van zorgprocessen en activiteiten”.

Waar het volgens Van Driel vooral misgaat, is dat het op bestuursniveau ontbreekt aan een goede visie op gebied van ICT en digitalisering. “Zorgorganisaties zijn vandaag de dag ook techbedrijven geworden, maar er is vaak helemaal geen overkoepelende strategie. Er wordt decentraal bedacht dat er voor een bepaalde behoefte een interessante digitale oplossing is. Zo blijven de systemen zich maar opstapelen.” Zijn advies is dan ook dat er alleen voor een technologische innovatie moet worden gekozen als de techniek een oplossing biedt aan de behoefte van de zorgverlener.

Medewerkers bereiken met digicoaches
Maar volgens Van Driel ligt er alsnog ook een taak bij de zorgverleners. “Digitaal werken is een kernonderdeel van de zorg geworden. Je hoort vaak ‘Ik heb gekozen om te werken met mensen, niet met computers’. Dat kun je in deze tijd niet meer volhouden. Werken met digitale middelen is inmiddels net zo belangrijk als gespreksvaardigheden of verpleegtechnische handelingen. Die knop moet echt om.”

Toch blijft dit lastig, ziet ook Van Driel. “Ik merk dat er nog steeds medewerkers zijn die liever niet digitaal werken en proberen om bepaalde digitale middelen te vermijden, de zogenaamde ‘digistarters’. Het is belangrijk dat je die groep mensen weet te bereiken, want daar valt de meeste winst te behalen. Door bijvoorbeeld digicoaches binnen de zorgorganisatie aan te stellen, kun je op een laagdrempelige manier medewerkers helpen met digitale uitdagingen.”

Met zijn opgedane kennis tijdens zijn studies en onderzoeken maakt Van Driel zich nu als zorgtechnicus en projectleider Digitale vaardigheden hard voor de verbetering van digitale mogelijkheden en vaardigheden binnen zijn organisatie.