Digitaalvaardig in de zorg

Huisartsenzorg

Omgaan met nepnieuws in de zorg

“Dokter, mag ik aan een vitamine-C infuus? Ik zag namelijk een filmpje waarin ze zeiden dat het helpt tegen corona!” Zorgprofessionals krijgen regelmatig te maken met zorggerelateerde desinformatie en misinformatie. Tijdens de sessie Nepnieuws in de zorg tijdens het ECP Jaarfestival 2021 kregen zorgprofessionals en geïnteresseerden handvatten om om te gaan met dit soort informatie die niet (helemaal) klopt.

Tijdens de sessie werd ook dit inspiratiedossier gelanceerd met achtergrondinformatie en handvatten om het gesprek te voeren over des- en misinformatie.

De sprekers Ruurd Oosterwoud (oprichter van DROG) en Lester du Perron (arts en hoofdredacteur van Dokter Media) namen ons mee in vragen als: waarom geloven we in nepnieuws? Wat is er nodig om het te herkennen? En hoe ga je in gesprek met een patiënt die verkeerd geïnformeerd is? De belangrijkste inzichten voor je op een rij.

Waarom geloven we in desinformatie? 
Desinformatie is feitelijk onjuiste of verdraaide berichtgeving met de intentie om te misleiden. Het draait om het effect en de inhoud van berichten is een manier om dat effect te bereiken. Onder de deelnemers van de sessie blijkt dat 81 procent wel eens in desinformatie heeft geloofd. Dat is niet zo gek volgens Ruurd: zodra de afzender autoriteit uitstraalt, neem je het al gauw aan voor waar. Volgens Ruurd draait desinformatie om ‘de beïnvloeding van geloofssystemen’. “Onze hersenen zijn gericht op snel handelen en denken. Als het past bij onze overtuigingen en wereldbeeld en het voelt intuïtief goed, dan zal het wel waar zijn.” Zijn advies is daarom: laat je niet beïnvloeden door één stroom van informatie. En: als je sterke emoties voelt bij een bericht, vraag je dan gelijk af: is dit wel waar?

En wat als we ‘per ongeluk’ verkeerd worden geïnformeerd?
Ruurd geeft het podium aan Lester du Perron, arts en hoofdredacteur van Dokter Media. “Bij Dokter Media hebben we het bijna altijd over ‘misinformatie’. Dat is nieuws dat niet met verkeerde bedoelingen in de krant is gekomen. Het heeft nog steeds vervelend effect. Maar het bericht is niet bewust verdraaid of manipulatief.”

‘Nieuwe urinetest toont uitzaaiing darmkanker in de lever’ – Telegraaf
‘Revolutie: kopieerapparaat dat reuma scant’ – Volkskrant
‘Na half jaar maar 5% van coronapatiënten klachtenvrij: ‘ellende duurt voort’’ – AD

Het zijn krantenkoppen die we allemaal wel kennen. De kop is vaak pakkend en urgent, en in het artikel wordt het nog wat genuanceerd. Maar vaak klopt het niet. En dat kan schadelijk zijn. “Medische misinformatie is een probleem zodra daarin revoluties worden verkondigd in de gezondheidszorg. Patiënten denken: hier moet ik iets mee, dit betekent wat voor mij.” Medisch nieuws geeft de patiënt vaak valse hoop. Ze kloppen aan bij hun arts en dat levert druk op voor artsen.

Wie is er verantwoordelijk voor misinformatie?
Deelnemers van de sessie zijn van mening dat vooral de journalist en hoofdredacteur verantwoordelijk zijn voor de juistheid van het bericht. Gaat het mis op het moment dat een clickbait-kop wordt verkozen boven een saaie titel vol met nuanceringen? Lester legt uit dat het niet zó eenvoudig ligt.

“Het komt vaak doordat het nieuws via verschillende mensen gaat, voordat het uiteindelijk in de krant of het journaal terecht komt.” De wetenschapper verwerkt resultaten in een onderzoek. Het onderzoek gaat naar het persbureau. Van het persbureau gaat het naar de journalist. De journalist maakt er een bericht van en stuurt het door naar de eindredacteur. Die plakt er een pakkende kop op. “Wij vergelijken het vaak met het fluisterspelletje dat je vroeger op school deed. Er gaat vaak belangrijke informatie verloren in het doorgeven.”

Dit zijn de meest voorkomende misverstanden
Hoe ga je als zorgprofessional om met dit soort misinformatie? Daarvoor neemt Lester de deelnemers mee in een aantal oefeningen. Misinformatie in medisch nieuws berust vaak op dezelfde fouten.  Denk aan het door elkaar halen van correlatie (verband) en causaliteit (oorzaak, gevolg). ‘Portie vis verlaagt kans op dementie?’ Nee, er is onderzocht dat er een verband is, niet dat dit verband oorzaak-gevolg betreft.

Een ander veelvoorkomend misverstand is als er nieuwe methoden worden ontdekt om ziektes mee vast te stellen. Zoals het nieuws: ‘Nieuwe urinetest toont uitzaaiing darmkanker in de lever’. Lester legt in detail uit waarom dit onderzoek niet zo baanbrekend is als deze kop doet denken. Het onderzoek laat zien dat bij een testgroep met darmkanker andere uitkomsten te zien zijn in de urinetest, dan bij een testgroep zonder darmkanker. Dit zegt echter niets over wat het dan aantoont en of dit ook buiten deze testgroepen zo werkt.

Hoe ga je met de patiënt in gesprek?
Klopt een patiënt bij je aan met de vraag: “waarom krijg ik deze test niet, het staat in de krant”? Ga dan in gesprek en probeer te achterhalen waar diegene zich op baseert. Als je hebt achterhaalt hoe de patiënt aan de informatie is gekomen, kun je uitzoeken wat er nu precies onderzocht is in het betreffende onderzoek.

Stel jezelf de volgende vier vragen:

  • Wat vertelt de kop?
  • Waar komt dit nieuwsbericht vandaan?
  • Is dit echt iets nieuws?
  • Wat kunnen we hier nu precies mee?

Dat zijn niet altijd gemakkelijke vragen. Om zorgprofessionals hierbij te helpen heeft Lester samen met de arts Tijs Stehmann het platform Dokter Media bedacht. Dokter Media geeft uitleg en extra informatie bij medische nieuwsberichten. Lees ook dit interview op Isdatechtzo.nl over het werk van Dokter Media

En nu zelf aan de slag
Lester du Perron en Ruurd Oosterwoud hebben in driekwartier een stoomcursus des- en misinformatie verzorgd. Hoe ga je hier nu mee aan de slag binnen de zorg? Daarvoor hebben Digivaardig in de zorg en Netwerk Mediawijsheid een inspiratiedossier ontwikkeld, boordevol tips, informatie en tools om beter om te gaan met des- en misinformatie. Download hem hier.

De  sessie werd georganiseerd door Digivaardig in de zorg en Netwerk Mediawijsheid in het kader van de Week van de Mediawijsheid met als thema: Samen Sociaal Online. 

Verslag door Babette van der Sluis, webredacteur bij Netwerk Mediawijsheid.