“Vaak is het iets simpels dat veel met mensen doet. Een robotkat bijvoorbeeld. Cliënten vertellen hele verhalen tegen zo’n robot en nemen hem overal mee naartoe. Je ziet mensen weer vader of moeder worden. Dat doet ook iets met jou als zorgverlener.” Marianne Hol en Naómi de Groot zijn ervaren zorgverleners die hun vak nog mooier zien worden door de inzet van technologie. Omdat het cliënten gelukkiger maakt en collega’s helpt bij hun werk.
Marianne werkte jaren als verzorgende en is nu fulltime Digicoach. Collega Naómi is naast verpleegkundige ook Ambassadeur Zorgtechnologie. Zij werken allebei bij Beweging 3.0, een organisatie die – net als 13 andere organisaties- is aangesloten bij het project Zorgtechnologie van Utrechtzorg. Daar staan digicoaches en ambassadeurs zorgtechnologie voor alle medewerkers klaar. Marianne en Naómi ervaren iedere dag weer hoeveel technologie kan betekenen. “Ik heb ontdekt dat er veel meer kan dan ik wist. Ik denk dat veel mensen onderschatten wat technologie in de praktijk kan doen.”
‘Niet alle digi-dingen zijn zorgtechnologie’
Bijna alle veertien organisaties in Utrecht die meedoen aan het project Zorgtechnologie, hebben Digicoaches in huis (van een eerder gestart project) en ambassadeurs die er speciaal voor zorgtechnologie zijn. Natuurlijk zijn er veel raakvlakken, dus Marianne en Naómi zoeken elkaar steeds vaker op. Naómi: “Veel mensen weten het verschil tussen ons niet. Maar niet alle digi-dingen zijn zorgtechnologie.” Waar een digicoach zich bezighoudt met de basis van digitaal werken (werken met een laptop of met Word bijvoorbeeld), richt een Ambassadeur Zorgtechnologie zich op het informeren over en leren werken met allerlei vormen van zorgtechnologie. Van VR-bril tot kantelbed, van gezelschapsrobot tot leefcirkel. Naómi: “Zorgtechnologie kan heel veel betekenen voor de veiligheid van cliënten, hun zelfredzaamheid en welzijn. Zo zie ik in de praktijk heel veel onrustige cliënten, daar zijn zoveel mooie oplossingen voor die echt werken. De akoestische stoel bijvoorbeeld is één van mijn favorieten. Mensen gaan daarin zitten, zien een filmpje met muziek en worden daar heel rustig van. Dat is ook voor de zorgverlener fijn. Onrustige cliënten kunnen heel veel aandacht vragen. Als zo’n cliënt even een uurtje in de stoel blijft zitten, heb jij je handen vrij voor anderen.”
Technologie maakt zorgen makkelijker
Sommige medewerkers zijn bang dat technologie de zorg minder persoonlijk maakt. Marianne: “In de zorg werken ‘mensen-mensen’. Er is maar één ding belangrijk en dat is zorgen. Ik vind het mooi als ik kan laten zien dat digitalisering daar juist aan kan bijdragen. Het maakt zorgen echt makkelijker. Iedereen kan het leren, maar soms verbergen mensen het als ze iets niet kunnen. Daar zijn ze heel handig in, ze vragen bijvoorbeeld altijd aan een ander om een rapportage te maken, omdat ze zelf niet goed met een computer overweg kunnen.” Vaak zijn dat collega’s die niet met technologie zijn opgegroeid, maar Marianne ziet dat ook jongere collega’s vragen hebben. “Die zijn heel erg gewend aan hun smartphone, maar weten soms iets minder goed de weg op een laptop of tablet.”
Voor het eerst weer contact dankzij de Crdl
Naómi merkt dat collega’s steeds meer aan zorgtechnologie denken als oplossing voor problemen waar ze in de praktijk tegenaan lopen. “Al weten ze niet meteen wat er dan kan, ze weten mij te vinden met hun vraag.” Onlangs nog introduceerde ze zo op een afdeling de Crdl, een houten instrument dat aanraking omzet in geluiden. Als twee mensen de Crdl en elkaar aanraken, klinken verschillende geluiden. Die roepen herinneringen en emoties op. Naómi: “Met één van onze cliënten hadden wij al drie jaar lang geen enkel contact. Ze was volledig in zichzelf gekeerd. Door de Crdl maakte ze voor het eerst in al die jaren weer oogcontact. Ze leefde helemaal op en ging neuriën. Dat raakte ons, maar voor de familie is het natuurlijk ook geweldig. Zij gebruiken hem nu iedere dag. Dat is supermooi.”
Marianne herkent de voldoening die het invoeren van een technologie kan geven. “Dat zoiets kleins zoveel met iemand kan doen, is zo mooi om te zien. Dat enthousiasmeert ons natuurlijk ook.”
Bron: Martine Mous voor Utrechtzorg april 2022