Digitaalvaardig in de zorg

Digivaardigindezorg

Samen werken aan digitaal, het nieuwe normaal

Even vaag als iconisch zijn de beelden uit 1994 van premier Kok die, in een tv-programma van Astrid Joosten, onder begeleiding van een klein meisje een heuse mail zal gaan versturen. Hij ziet de computermuis aan voor een soort afstandsbediening en richt die op het scherm. Het land ligt dubbel. Vier jaar later kijken we over de schouder van Frans Bromet mee naar zijn klassieker over de mobiele telefoon (“Heb je een mobiel?” “Nee, ik ben student”).

Dat is nog maar twintig jaar terug, mensen. Twintig jaar waarin de wereld onherkenbaar is veranderd. Voor een meisje dat nu de leeftijd heeft van de ‘assistente’ van Wim Kok destijds, is een draaischijftelefoon waarschijnlijk net zo’n raar ding als de muis was voor hem. En waar Wim Kok op school nog het rijtje producten van de kleigrond kreeg ingestampt, zal zij op school gaan leren over digitaal burgerschap, doorgronden van algoritmes en participeren in de platformeconomie.

Met die bagage zullen de artsen, verpleegkundigen en verzorgenden van de toekomst een stuk breder en beter toegerust zijn dan degenen die zich de tune van het inbelmodem nog herinneren (“Ga van het internet af, ik ben aan het bellen!”) of alleen het swipen met de paplepel kregen ingegoten. En dat is maar goed ook. Want we weten niet hoe in 2040, twintig jaar verder, de wereld er uit zal zien. Kok en Bromet maken ons nederig in het doen van voorspellingen.

Zorg wordt onorganiseerbaar
Wat we wél weten, is dat tegen die tijd de zorg onorganiseerbaar zal zijn als we zo doorgaan. Momenteel werkt één op de zeven werknemers in de zorg. Als de zorg in het huidige tempo blijft doorgroeien, zou dat in 2040 één op de vier zijn. Dat is niet realistisch. We moeten het dus écht anders gaan doen. Hoe?

Allereerst door te investeren in preventie en daarmee de zorgbehoefte te verminderen. Daarnaast door onnodige en overbodige zorg te voorkomen. Last but not least door de zorg véél slimmer en efficiënter te organiseren, wat voor werkers én patiënten zowel tijd bespaart als leef- en werkplezier oplevert.

Ingrijpend digitaliseren
En dat moet dus plaatsvinden door verregaand en ingrijpend te digitaliseren – in het voortdurende besef dat het daarbij om het veranderingsproces gaat en de ICT slechts ondersteunend is. Vanuit huis communiceren met de arts of de verpleging in plaats van naar het ziekenhuis, één keer invoeren in plaats van drie keer overtypen, je cliënt van een angststoornis afhelpen met VR in plaats van training buiten de deur.

Al die – even inspirerende als noodzakelijke – ontwikkelingen veronderstellen digitale competenties in soorten en maten, in alle geledingen van de organisatie. En de digitaal geschoolden komen er dan wel aan, maar voorlopig heeft 22 procent van de bevolking van 12 jaar en ouder nog weinig of geen ICT-vaardigheden. Werk aan de winkel dus.

Digitale, innovatieve vaardigheden
Het kabinet heeft dat ook onderkend en bij regeerakkoord middelen vrijgemaakt voor digitale en innovatieve vaardigheden. Daarmee organiseren we onder andere het programma ´Zorg van nu’, dat overal in het land voorlichting geeft over de mogelijkheden van digitaal ondersteunde zorg. We ondersteunen (en participeren in) de coalitie Digivaardig in de zorg, waarin meer dan 40 partijen kennis ontwikkelen en – vooral ook – delen voor praktisch gebruik in zorgpraktijk en onderwijs. Sluit u daarbij aan en doe mee, opdat we een brede landelijke beweging formeren die van de noodzaak een vreugd maakt: samen werken aan digitaal, het nieuwe normaal!

Gelle Klein Ikkink is programmadirecteur Innovatie en Zorgvernieuwing bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Deze column is oorspronkelijk verschenen in ICT&Health nr. 3, 2019